STATUTEN

Naam, zetel en rechtsbevoegdheid

Artikel 1

  1. De vereniging is genaamd DELFTSE VRIJWILLIGE BRIGADE TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN, hierna te noemen: de vereniging. De verkorte naam van de vereniging luidt: Delftse Reddingsbrigade en kan worden afgekort tot D.R.B. of DRB.
  2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Delft.
  3. De vereniging bezit volledige rechtsbevoegdheid.
  4. De vereniging is ingeschreven in het Verenigingsregister, dat gehouden wordt bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Delft.

Duur

Artikel 2

  1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
  2. Het boekjaar, tevens verenigingsjaar, loopt van één januari tot en met eenendertig december.
  3. De vereniging is opgericht op zeven september negentienhonderdzevenentwintig.

Doel

Artikel 3

  1. De vereniging heeft ten doel het voorkomen en bestrijden van de verdrinkingsdood in de ruimste zin van het woord.
  2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
    1. lid te zijn van de KONINKLIJKE NEDERLANDSE BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN, hierna te noemen de "sportbond";
    2. het geven van opleidingen elementair zwemmen, zwemmend en varend redden, instructeurs- en specialistische opleidingen in haar taakveld;
    3. het geven van opleidingen eerste hulpverlening in het algemeen en voor verdere verzorging van drenkelingen;
    4. het verlenen van hulp op en rond water en bij (water)evenementen en overstromingen; e. deel te nemen aan de door de sportbond georganiseerde of goedgekeurde wedstrijden;
    5. zelf wedstrijden op het gebied van de Life Saving sport of andere vormen daarvan te organiseren;
    6. het geven van cursussen en houden van bijeenkomsten en vergaderingen;
    7. het geven van voorlichting en adviezen;
    8. het maken van propaganda door middel van lezingen, demonstraties, tentoonstellingen, films, (sociale) media en dergelijke;
    9. alle andere wettige middelen, die voor het doel bevorderlijk kunnen zijn.
  3. De vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen.

Lidmaatschap

Artikel 4

  1.  
    1. Leden zijn natuurlijke personen, die door het bestuur als lid zijn toegelaten.
    2. Alleen diegenen die voor de duur van hun lidmaatschap ook lid zijn van de sportbond, kunnen lid zijn van de vereniging.
  2. Tot het lidmaatschap van de vereniging kunnen niet worden toegelaten degenen, die niet tot het lidmaatschap van de sportbond worden toegelaten, of van wie de sportbond het lidmaatschap heeft beëindigd.
  3. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan op verzoek van de betrokkene de eerstvolgende algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten, zulks met inachtneming van het in het tweede lid bepaalde.
    1. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een lid wegens zijn bijzondere verdiensten voor de vereniging het predicaat "erelid" verlenen.
    2. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een persoon wegens door hem verrichte bijzondere reddingen of daden van moed het predicaat “lid van verdienste” verlenen.
  4. Jeugdleden zijn zij die nog niet de achttienjarige leeftijd hebben bereikt.
  5.  
    1. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen, adressen en
      geboortedata van de leden zijn opgenomen, een en ander op een
      door de sportbond aan te geven wijze.
    2. Het bestuur draagt er zorg voor dat degene die als lid tot de
      vereniging wensen te worden toegelaten, worden aangemeld bij de
      sportbond.

Rechten en verplichtingen

Artikel 5

  1. De vereniging en de sportbond kunnen, voor zover uit de statuten van de vereniging onderscheidenlijk van de sportbond niet het tegendeel voortvloeit, ten behoeve van de leden rechten bedingen. De vereniging kan in een voorkomend geval ten behoeve van een lid nakoming van bedoelde rechten en schadevergoeding vorderen, tenzij het lid het bestuur schriftelijk mededeelt het bestuur daartoe niet te machtigen.
  2. De vereniging en de sportbond kunnen, voor zover dit in de statuten van de vereniging onderscheidenlijk van de sportbond uitdrukkelijk is bepaald, ten laste van de leden verplichtingen aangaan.
  3. Voor zover van toepassing gelden de in het eerste en tweede lid bedoelde rechten en verplichtingen ook ten opzichte van het lid jegens de vereniging.
  4. Tenzij in deze statuten anders is bepaald, worden de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde bevoegdheden uitgeoefend door het bestuur.
  5. De vereniging kan door een besluit van het bestuur, van de algemene vergadering of van een ander orgaan verplichtingen - al dan niet van financiële aard - aan de leden opleggen.
  6. De leden zijn voorts verplicht zich jegens elkaar en jegens de vereniging te gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.
  7. De leden zijn tevens gehouden:
    1. de statuten en reglementen van de vereniging, alsmede de besluiten van het bestuur, van de algemene vergadering of van een ander orgaan van de vereniging na te leven;
    2. de statuten en reglementen van de sportbond, de besluiten van een orgaan van de sportbond, alsmede de van toepassing verklaarde wedstrijdbepalingen na te leven;
    3. de belangen van de vereniging niet te schaden.

Straffen

Artikel 6

  1.  
    1. In het algemeen zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten dat in strijd is met de wet, dan wel met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de vereniging, of waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad.
    2. Tevens zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten dat in strijd is met de wedstrijdbepalingen, alsmede met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de sportbond of waardoor de belangen van de sportbond, dan wel van de Life Saving sport in het algemeen worden geschaad.
  2. Indien de algemene vergadering een Tuchtreglement heeft vastgesteld, geschiedt de behandeling van overtredingen met inachtneming van het bepaalde in het Tuchtreglement en geschiedt de beoordeling en bestraffing van overtredingen door de organen, die in het Tuchtreglement daartoe zijn aangewezen. Geschiedt de behandeling door een tuchtcommissie en door een commissie van beroep dan zijn deze als organen van de vereniging te beschouwen.
  3.  
    1. Daargelaten de bevoegdheid van de sportbond om overtredingen, als bedoeld in het eerste lid, onder b. te bestraffen, is het bestuur bevoegd om overtredingen te bestraffen, tenzij het Tuchtreglement een ander orgaan aanwijst.
    2. Indien in een Tuchtreglement geen ander orgaan wordt aangewezen, kan een lid van een opgelegde straf in beroep gaan bij de algemene vergadering, met inachtneming van het in het Tuchtreglement of anders van het in het zevende lid, van dit artikel bepaalde.
  4.  
    1. In geval van een overtreding, als bedoeld in het eerste lid onder a, kunnen de volgende straffen worden opgelegd:
      • berisping;
      • schorsing;
      • royement (ontzetting uit het lidmaatschap).
  5. Een schorsing kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden opgelegd. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend, met uitzondering van het recht om in beroep te gaan.
    1. Royement kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
    2. Nadat het bestuur tot royement heeft besloten, wordt de betrokkene zo spoedig mogelijk door middel van een brief met bericht van ontvangst met opgave de reden(en) van het besluit in kennis gesteld.
    1. Van een door de vereniging opgelegde schorsing of royement kan de betrokkene binnen een maand na ontvangst van deze kennisgeving van het bestuur in beroep gaan. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
    2. Van de overige door het bestuur van de vereniging opgelegde straffen staat geen beroep open.

Einde Lidmaatschap

Artikel 7

  1. Het lidmaatschap eindigt:
    1. door het overlijden van het lid, in welk geval het lidmaatschap niet vererft;
    2. door opzegging door het lid;
    3. door opzegging door de vereniging;
    4. door royement (ontzetting), als bedoel in artikel 6 lid 6;
    5. door beëindiging van het lidmaatschap van de sportbond.
    1. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur.
    2. Royement geschiedt door het bestuur, tenzij in een tuchtreglement anders is bepaald.
  2. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen:
    1. in de gevallen in de statuten genoemd;
    2. wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen, alsmede;
    3. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;
    4. wanneer de sportbond het lidmaatschap van het lid heeft beëindigd, in welk geval de opzegging met onmiddellijke ingang geschiedt, tenzij het lid tegen de beëindiging van het lidmaatschap van de sportbond op de door de sportbond voorgeschreven wijze bezwaar heeft gemaakt. In het laatste geval is het lid als lid van de vereniging geschorst totdat de beëindiging door de sportbond is bevestigd of ongedaan gemaakt.
    1. Een lid kan het lidmaatschap opzeggen met inachtneming van het in dit artikel bepaalde.
    2. Een lid kan het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang beëindigen:
      • wanneer redelijkerwijs niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;
      • binnen een maand nadat een besluit, waarbij zijn rechten zijn beperkt of verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld, in welk geval het besluit alsdan niet op hem van toepassing is. Deze bevoegdheid tot opzegging komt het lid niet toe wanneer rechten en verplichtingen worden
        gewijzigd, die in de statuten nauwkeurig zijn omschreven, wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen daaronder begrepen;
      • binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie.
    1. Opzegging van het lidmaatschap kan slechts geschieden tegen het einde van het boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Op deze termijn is de Algemene Termijnenwet niet van toepassing. In ieder geval kan het lidmaatschap worden beëindigd door opzegging tegen het einde van het verenigingsjaar, volgend op dat waarin werd opgezegd, alsmede onmiddellijk in de gevallen, als bedoeld in de leden 3 en 4.
    2. Een opzegging in strijd met het onder a bepaalde doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de datum waartegen was opgezegd.
  3. Indien een lid door de sportbond is geroyeerd, is het bestuur na het onherroepelijk worden van dit royement, verplicht het lidmaatschap van het betreffende lid met onmiddellijke ingang op te zeggen.

Donateurs

Artikel 8

  1. De vereniging kent naast leden donateurs.
  2. Donateurs zijn natuurlijk of rechtspersonen die door het bestuur zijn toegelaten en die zich jegens de vereniging verplichten om jaarlijks een door het bestuur vastgestelde bijdrage te storten.
  3. Donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hen in of krachtens de statuten zijn toegekend of opgelegd.
  4. De rechten of verplichtingen van donateurs kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.
  5. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.

Bestuur

Artikel 9

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf meerderjarige personen die door de algemene vergadering uit de leden worden benoemd. Het aantal bestuursleden wordt vastgesteld door de algemene vergadering.
  2. Bestuursleden worden kandidaat gesteld door het bestuur of door ten minste drie leden. De kandidaatstelling geschiedt niet door middel van een bindende voordracht.
  3. De voorzitter, secretaris en penningmeester worden in functie benoemd. In zijn eerste bestuursvergadering na de benoeming van bestuursleden stelt het bestuur de functies van de andere bestuursleden vast, alsmede de taken van alle bestuursleden en doet hiervan - hetzij in het clubblad annex nieuwsbrief, hetzij door middel van een schriftelijke kennisgeving - mededeling aan alle leden.
  4. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen geheel aansprakelijk terzake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de ge volgen daarvan af te wenden.
  5. Ieder bestuurslid wordt benoemd voor een periode van drie jaar en treedt af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Aftredende bestuursleden zijn terstond herbenoembaar. Wie in een tussentijdse vacature is benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger is.
  6. De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termijn aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
  7. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
    1. door het eindigen van het lidmaatschap;
    2. door bedanken.

Bestuursbevoegdheid

Artikel 10

  1. Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
  2. Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats(en) aan de orde komt.
  3. Het bestuur is bevoegd uit haar midden een dagelijks bestuur te benoemen en de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur vast te stellen.
  4. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur zijn benoemd.
  5. Het bestuur is, na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.
  6. Tot het aangaan van overeenkomsten van niet financiële aard, welke de vereniging voor langer dan een jaar binden, is de goedkeuring van de algemene vergadering vereist. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.

Vertegenwoordiging

Artikel 11

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
    1. De vereniging wordt voorts in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter tezamen met de secretaris of tezamen met de penningmeester, dan wel bij afwezigheid van één van de genoemden tezamen met een ander bestuurslid.
    2. Het bestuur is bevoegd aan anderen een schriftelijke volmacht te verlenen, op grond waarvan deze bevoegd zijn de vereniging in de in de volmacht omschreven gevallen te vertegenwoordigen.
    1. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan bestuursleden toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de vereniging worden ingeroepen.
    2. De uitsluiting, beperkingen en voorwaarden gelden mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging terzake van de in artikel 10, vijfde en zesde lid, bedoelde handelingen.
  2. Bestuursleden aan wie krachtens de statuten of op grond van een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de betreffen de rechtshandeling is besloten.
  3. De vereniging wordt op de vergaderingen van de sportbond vertegenwoordigd door een daartoe door het bestuur aangewezen bestuurslid, die bevoegd is op die vergadering namens de vereniging en de leden aan de stemming deel te nemen.

Rekening en verantwoording

Artikel 12

  1. Het bestuur is verplicht tot het houden van zodanige aantekeningen omtrent de vermogenstoestand van de vereniging dat daaruit te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
    1. Het bestuur brengt op de algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar - behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering - een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over.
    2. De onder a. bedoelde stukken worden ondertekend door alle bestuursleden; ontbreekt een handtekening van een bestuurslid, dan wordt hiervan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na afloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
    1. De algemene vergadering benoemt jaarlijks een kascommissie, bestaande uit drie leden en één plaatsvervangend lid die geen deel mogen uitmaken van het bestuur.
    2. De leden worden benoemd voor de duur van drie jaar en treden volgens een op te maken rooster af. Zij zijn aansluitend slechts eenmaal herbenoembaar.
    3. De kascommissie onderzoekt de balans en de staat van baten en lasten en brengt de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
  2. Het bestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de bescheiden van de vereniging te geven.
  3. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en van de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen, voor zover die uit de jaarstukken blijken.
  4. Het bestuur is verplicht de bescheiden als bedoeld in het eerste en tweede lid, tien jaar lang te bewaren.

Geldmiddelen en contributie

Artikel 13

  1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
    1. contributies van de leden;
    2. ontvangsten uit wedstrijden en entreegelden;
    3. subsidies, giften en andere inkomsten.
  2. De leden zijn jaarlijks gehouden tot het betalen van een contributie, die door de algemene vergadering van tijd tot tijd zal worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende bijdrage betalen.
  3. Diegene, aan wie het predicaat erelid is verleend, is vrijgesteld van het betalen van contributie.
  4. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft niettemin de contributie voor het gehele jaar verschuldigd.

Besluiten van organen van de vereniging

Artikel 14

  1. Orgaan van de vereniging zijn het bestuur en de algemene vergadering, alsmede al die commissies en personen die krachtens de statuten door de algemene vergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij door de algemene vergadering beslissingsbevoegdheid is toegekend.
    1. Het in een vergadering van een orgaan uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
    2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  2. Van het verhandelde in een vergadering worden notulen gemaakt, die op de eerstvolgende vergadering van het orgaan dienen te worden goedgekeurd.
    1. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Een nietig besluit mist rechtskracht.
    2. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor de bekrachtiging.
    3. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn, die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.
    1. Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet omtrent de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
      1. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van het besluit regelen;
      2. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid, als bedoeld in art. 5, zesde lid;
      3. wegens strijd met een reglement.
    2. Tot de onder a. bedoelde bepalingen behoren niet die welke de voorschriften bevatten, waarop in het vierde lid, onder b. wordt gedoeld.
  3. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.
    1. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in het vijfde lid, onder a. kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd. Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. Bevestiging is niet mogelijk zodra een vordering tot vernietiging aanhangig is.
    2. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.

Algemene vergaderingen

Artikel 15

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks zal uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar een algemene vergadering worden gehouden (de jaarvergadering). Buitengewone algemene worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit gewenst acht.
  3. De algemene vergaderingen worden bijeen geroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van ten minste veertien dagen. De bijeenroeping geschiedt door een mededeling in het clubblad annex nieuwsbrief of door middel van een aan alle leden te zenden schriftelijke kennisgeving met gelijktijdige vermelding van de agenda.
  4.  
    1. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden, als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek.
    2. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid of door het plaatsen van een advertentie in ten minste één, ter plaatse waar de vereniging is gevestigd, veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen.
  5. De agenda van de jaarvergadering bevat onder meer:
    1. Vaststelling van de notulen van de vorige algemene vergadering;
    2. Jaarverslag van het bestuur;
    3. Verslag van de penningmeester;
    4. Verslag van de kascommissie;
    5. Vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten;
    6. Vaststelling van de contributies;
    7. Vaststelling van de begroting;
    8. Benoeming bestuursleden;
    9. Benoeming commissieleden;
    10. Rondvraag.

Het leiden en notuleren van algemene vergaderingen

Artikel 16

  1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur of door zijn plaatsvervanger. Zijn de voorzitter en zijn plaatsvervanger verhinderd, dan treedt een ander door het bestuur aan te wijzen bestuurslid als voorzitter op. wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin.
  2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden door een bestuurslid notulen gemaakt. De notulen worden in het clubblad gepubliceerd of op een andere wijze ter kennis van de leden gebracht en dienen door de eerstvolgende algemene vergadering te worden vastgesteld.

Toegangen besluitvorming algemene vergadering

Artikel 17

  1.  
    1. Ieder lid heeft toegang tot de algemene vergadering.
    2. Leden, die geschorst zijn, hebben geen toegang tot de algemene vergadering, tenzij zij bij de algemene vergadering beroep hebben ingesteld naar aanleiding van een opgelegde straf in elk geval zij bevoegd zijn alleen de behandeling van hun beroep bij te wonen.
  2.  
    1. Jeugdleden zoals in artikel 4 lid vijf omschreven hebben ieder één stem.
    2. Leden die de achttienjarige leeftijd hebben bereikt hebben ieder vijf stemmen.
  3. Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk gemachtigd ander lid, mits 18 jaar of ouder. Degenen die gemachtigd wordt, kan echter in totaal niet meer dan twee stemmen uitbrengen.
  4. Het stemrecht over besluiten, waarbij de vereniging aan bepaalde personen, anders dan in hun hoedanigheid van lid, rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt wordt aan die personen en aan hun echtgenoot en bloedverwanten in de rechte lijn ontzegd.
  5. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
  6. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk.
  7. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt, voor zover de statuten niet anders bepalen, beslist bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij het staken van de stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
  8. Bij stemming over personen is degene gekozen, die de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen, die het hoogste aantal van de uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij gekozen, die bij die tweede stemming de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.
  9. Ongeldige stemmen zijn stemmen die blanco of op enigerlei wijze ondertekend zijn, dan wel iets anders aanduiden dan in stemming is gebracht of andere namen bevatten dan van de personen over wie wordt gestemd.

Statutenwijziging

Artikel 18

  1. De statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met een mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste veertien dagen bedragen.
  2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt de voorstelde wijziging ten minste veertien dagen vóór vergadering in het clubblad
    gepubliceerd en/of een afschrift hiervan aan alle leden toegezonden.
  3. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel is niet van toepassing, indien in de algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt aangenomen.
  4. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee derden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien geen twee derden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, een besluit kan worden genomen, mits met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.
  5. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Van dit tijdstip wordt mededeling gedaan in het clubblad annex nieuwsbrief. Ieder bestuurslid afzonderlijk is dan tot het doen verlijden van deze akte bevoegd.
  6. De bestuursleden zijn verplicht in het Verenigingsregister een afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen.

Ontbinding en vereffening

Artikel 19

  1.  
    1. Voor een besluit tot ontbinding van de vereniging is het bepaalde in art. 18 lid 1 en lid 2, alsmede in lid 3 van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
    2. De vereniging wordt ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering, genomen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie vierden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
  2. Bij de oproeping tot de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde vergaderingen moet worden medegedeeld, dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping tot zodanige vergadering moet ten minste veertien dagen bedragen.
    1. De bestuursleden treden na het besluit tot ontbinding van de vereniging als vereffenaars op.
    2. De algemene vergadering is bevoegd na het besluit tot ontbinding de alsdan zitting hebbende bestuursleden te ontslaan met gelijktijdige benoeming van één of meer vereffenaars.
  3. Bij een besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig saldo bepaald, terwijl de algemene vergadering tevens een of meer bewaarders aanwijst.
  4. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen, die van de vereniging uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
  5. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten door de bewaarder(s) worden bewaard gedurende tien jaren na afloop van de vereffening.

Huishoudelijk Reglement

Artikel 20

  1. De algemene vergadering kan een Huishoudelijk Reglement vaststellen en wijzigen.
  2. Het Huishoudelijk Reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
  3. De statuten en reglementen van de vereniging mogen niet in strijd zijn met die van de sportbond.